Medische handen in handschoenen tonen kalmerende de-escalatietechniek in zorgomgeving met warme verlichting

Hoe ga je om met agressie als Verzorgende IG?

14 november 2025
Deel op:

Als Verzorgende IG kom je regelmatig agressief gedrag tegen bij cliënten. Dit is normaal in de zorg en komt voort uit angst, pijn, verwarring of gevoelens van machteloosheid. Je kunt agressie het beste voorkomen door vroege signalen te herkennen en deëscalatie technieken toe te passen. Wanneer een situatie toch escaleert, blijf je kalm, zorg je voor veiligheid en schakel je hulp in. Nazorg na incidenten is belangrijk voor je eigen welzijn.

Waarom komt agressie zo vaak voor in de zorg?

Agressie in de zorg ontstaat meestal door angst, pijn, verwarring en gevoelens van machteloosheid bij cliënten. Als Verzorgende IG werk je met mensen die hun zelfstandigheid (deels) hebben verloren en afhankelijk zijn van jouw zorg.

Cliënten met dementie of andere cognitieve beperkingen begrijpen vaak niet wat er met hen gebeurt. Dit creëert angst en frustratie die zich kunnen uiten in agressief gedrag. Pijn speelt ook een grote rol – mensen die zich niet goed kunnen uitdrukken, tonen hun ongemak soms door boos of agressief te worden.

Medicatie-effecten kunnen het gedrag beïnvloeden. Sommige medicijnen maken mensen prikkelbaar of verward, terwijl andere juist apathie veroorzaken die plotseling kan omslaan in boosheid. Ook het verlies van privacy en autonomie – iemand anders bepaalt wanneer je eet, slaapt of gewassen wordt – kan leiden tot weerstand en agressie.

Hoe herken je de eerste signalen van oplopende spanning?

Vroege signalen van oplopende spanning zijn veranderingen in lichaamshouding, stemgeluid en gedrag. Let op gespannen schouders, gebalde vuisten, snellere ademhaling of een strakke gezichtsuitdrukking.

Verbale signalen zijn ook belangrijk. Een cliënt die normaal rustig is maar plotseling luid praat, herhaalt wat hij zegt of korte, snelle antwoorden geeft, toont mogelijk toenemende agitatie. Ook het tegenovergestelde – iemand die ineens stil wordt na een gesprek – kan een waarschuwingsteken zijn.

Gedragsveranderingen geven vaak de duidelijkste signalen. Rusteloos bewegen, heen en weer lopen, met voorwerpen gooien of weigeren mee te werken zijn tekenen dat de spanning oploopt. Oogcontact vermijden of juist te intens kijken kunnen ook wijzen op opkomende problemen.

Let ook op de context: is de cliënt moe, heeft hij pijn, is hij verward door medicatie of voelt hij zich bedreigd? Deze factoren vergroten de kans op escalatie aanzienlijk.

Welke deëscalatie technieken werken het beste in de praktijk?

Rustige stemtoon, open lichaamshouding en actief luisteren zijn de meest effectieve deëscalatie technieken. Spreek langzaam en duidelijk, vermijd plotselinge bewegingen en houd voldoende afstand.

Je stemgebruik is heel belangrijk. Praat zachter dan normaal – dit dwingt de ander ook zachter te praat. Gebruik korte, eenvoudige zinnen en herhaal belangrijke informatie. Vermijd discussiëren of uitleggen waarom iets moet – focus op wat de cliënt nodig heeft om zich veilig te voelen.

Geef de cliënt ruimte en keuzemogelijkheden waar mogelijk. “Wil je eerst je medicatie of liever je ontbijt?” geeft controle terug en vermindert het gevoel van machteloosheid. Erken gevoelens zonder in discussie te gaan: “Ik zie dat je boos bent” in plaats van “Je hoeft niet boos te zijn”.

Lichaamshouding spreekt luider dan woorden. Blijf ontspannen, houd je handen zichtbaar en open, en ga eventueel op dezelfde hoogte zitten als de cliënt. Dit voelt minder bedreigend dan over iemand heen staan.

Wat doe je als de situatie toch escaleert?

Wanneer agressie niet meer te voorkomen is, zorg je voor veiligheid, blijf je kalm en schakel je direct hulp in. Ga niet in discussie en probeer de situatie niet alleen op te lossen.

Bescherm jezelf door afstand te houden en obstakels tussen jou en de cliënt te creëren – denk aan een tafel of stoel. Draai je nooit met je rug naar een agressieve cliënt toe en blokkeer nooit zijn uitgang. Mensen voelen zich bedreigd als ze geen ontsnappingsroute hebben.

Roep direct hulp van collega’s. Gebruik het alarmsysteem als dat beschikbaar is. Probeer niet de held uit te hangen – twee of drie personen kunnen een situatie vaak sneller en veiliger oplossen dan één persoon alleen.

Blijf professioneel en vermijd het nemen van agressie persoonlijk. De cliënt is boos op de situatie, niet op jou als persoon. Spreek rustig en herhaal dat je er bent om te helpen. Soms helpt het om even weg te gaan en een collega de zorg over te laten nemen.

Hoe zorg je goed voor jezelf na een agressief incident?

Nazorg en emotionele verwerking zijn belangrijk om burn-out en trauma te voorkomen. Praat over het incident met collega’s of leidinggevenden en zorg dat je de situatie goed evalueert.

Neem tijd om het incident te verwerken. Het is normaal om je geschokt, boos of verdrietig te voelen na een agressieve confrontatie. Onderdruk deze gevoelens niet – bespreek ze met vertrouwde collega’s of een leidinggevende.

Rapporteer het incident altijd volgens de protocollen van je werkgever. Dit helpt niet alleen bij het verbeteren van de zorg, maar geeft je ook de kans om de situatie nog eens door te nemen en te leren van wat er gebeurd is.

Let op signalen van stress in de dagen na het incident: slecht slapen, piekeren, vermijden van bepaalde cliënten of taken. Als deze klachten aanhouden, zoek dan professionele hulp. Veel zorgorganisaties bieden medewerkerenhulp of coaching aan.

Blijf je ontwikkelen met de opleidingen van SVOZ. Extra training in omgaan met agressie en deëscalatie technieken kan je meer vertrouwen geven in moeilijke situaties.

Werken als verzorgende IG betekent dagelijks waardevolle zorg verlenen aan mensen die je hulp nodig hebben. Ook al kom je soms agressie tegen, met de juiste technieken en ondersteuning kun je deze uitdagingen professioneel en veilig aangaan. Bij Aethon begrijpen we de complexiteit van jouw werk en ondersteunen we zorgprofessionals met het flexwerkplatform van Aelio, zodat je kunt werken waar en wanneer het bij je past. Werken in de zorg betekent voldoening, zingeving en een waardevolle bijdrage leveren aan een maatschappij waarin iedereen zich gezien, gehoord en geholpen voelt.

Deel:
Deel op: